Wie aan Fiji denkt, denkt aan hagelwitte stranden, wuivende palmbomen en kristalhelder water met kleurrijke tropische vissen. Maar Fiji heeft nog veel meer aan te bieden. De eilanden kennen namelijk een verscheidenheid aan landschap en aan diersoorten. Grote bergen met inheemse bomen en een diverse vegetatie sieren het binneland van bijna alle eilanden. Deze regenwouden reiken soms helemaal tot aan het strand, wat absoluut een prachtig gezicht is. De steile vulkaanwanden en uitgedoofde vulkaankraters hebben een verborgen paradijs. Hier vindt u talloze vogelsoorten die de wouden met hun gekwetter opfleuren.
De Fiji-archipel behoort tot het gebied Melanesië en ligt grofweg ten noorden van Nieuw-Zeeland. De archipel bestaat uit meer dan 330 eilanden en talloze riffen en rotsen verspreid over een wateroppervalk van circa 230.000 vierkante kilometer. De grootste eilanden van de Fiji-archipel zijn Viti Levu en Vanua Levu. Deze twee eilanden worden omringd door talloze eilandjes waarvan één derde bewoond is. De grote eilanden zijn van vulkanische oorsprong. De kleine eilandjes zijn koraalriffen, ontstaan door versteente resten van schaaldieren die zich hebben gehecht aan de rand van ondergelopen vulkanen.